Wist je dat een bloedtest alleen sensitisatie aangeeft, niet of je daadwerkelijk allergisch bent? En dat IgG-testen, haartesten en elektrodermale screening geen bewijs leveren voor een voedselallergie?
Er bestaan nogal wat mythes rondom het testen op voedselallergie. Niet alleen geloven patiënten vaak dat een complete bloedtest precies aangeeft waarvoor ze allergisch zijn, maar ook maken ze vaak gebruik van testen die helemaal geen wetenschappelijke waarde hebben. Artsen moeten daarom klaar staan om begrijpelijke informatie te geven aan patiënten die foute informatie hebben gekregen.
Wat bloedtesten werkelijk aangeven, is sensitisatie. Dat betekent dat je lijf de stof herkent en antistoffen gaat aanmaken. Maar dat leidt niet altijd tot een allergische reactie. Sommige mensen testen positief op een allergeen, maar als ze geen klachten ervaren, is er ook geen sprake van een allergie. Daarom is het belangrijk bij allergietesten dat er gekeken wordt naar het totale plaatje: zijn er klachten, is er een indicatie voor een voedselallergie, lost een dieet iets op, of moet je verder kijken? Het heeft geen zin om een bloedtest voor alle allergenen te bestellen, want vaak geeft zo'n test veel vals-positieve uitslagen, en zorgt ervoor dat mensen onnodig voedingsmiddelen gaan vermijden. Er is altijd een arts bij nodig om de resultaten correct te interpreteren.
Sterker nog, het vermijden van voedingsmiddelen bij baby's en peuters op basis van zo'n test kan ertoe leiden dat het lijf niet gewend raakt aan die voedingsmiddelen, waardoor een kind juist een heftige reactie kan krijgen.
Geen enkele test kan ook het risico op anafylaxie voorspellen. Een hoge waarde uit de bloedtest betekent niet automatisch een ernstige allergie.
Verder zijn er nog aanbieders van onzintesten, die graag profiteren van de onzekere patiënt die denkt dat hij/zij een allergie heeft. Online kun je bijvoorbeeld haartesten bestellen, maar die testen kloppen totaal niet. Ook laten veel mensen zich testen op IgG, een soort antistoffen, maar die laten alleen zien of je bent blootgesteld aan een bepaalde stof, niet of je er allergisch voor bent. Wetenschappelijk onderzoek wijst bij haartesten en IgG-testen uit dat hun resultaten niet overeenkomen met de officiële bewezen voedselprovocaties. Onderzoekers hebben gelijke monsters naar zulke 'labs' gestuurd en kregen telkens verschillende uitkomsten.
Verder is er nog iets dat elektrodermale screening heet, waarbij mensen elektrodes vasthouden terwijl een andere elektrode op hun lijf wordt geplaatst. Ook testen sommige aanbieders de spierspanning van patiënten. Dit soort behandelingen is volledige onzin, aldus allergologen. Dubbelblinde studies hebben uitgewezen dat zulke methodes absoluut niet werken.
Het is daarom belangrijk dat allergologen een goed gesprek met hun patiënten voeren, de tijd voor ze nemen en empathie tonen voor hun klachten. Pas dan kunnen ze onzekere patiënten geruststellen en mythes ontkrachten.
Bron van dit artikel: healio.com, 8 november 2024