Lactose-intolerantie is overgevoeligheid voor lactose ofwel melksuiker. Over lactose-intolerantie bestaan verschillende misvattingen. Hoe zit het nu echt?
Lactose is de belangrijkste koolhydraat in moedermelk. Om het te verteren, heb je een bepaald enzym nodig: lactase. Te weinig lactase kan leiden tot lactose-intolerantie, met buikpijn, winderigheid en diarree tot gevolg.
Meer dan 70% van de mensen op aarde heeft lactose-intolerantie. Dit komt omdat de hoeveelheid lactase (het enzym) afneemt na de periode waarin een kind borstvoeding krijgt. Alleen in landen met historisch gezien een hoge melkconsumptie, zoals in Noord-Europa, West-Afrika en het Midden-Oosten, zijn er veel mensen die lactose hun hele leven lang kunnen blijven verteren.
Lactose-intolerantie bij baby's en kinderen tot 5 jaar
Kinderen onder de 5 jaar hebben bijna nooit last van lactose-intolerantie. Een baby kan per dag ongeveer 60 tot 70 gram lactose verteren, wat gelijk staat aan ongeveer 1 liter moedermelk. Uitzondering hierop zijn baby's die te vroeg geboren zijn (tussen 26 en 34 weken), waardoor het deel van de darmen dat lactase produceert nog niet volledig is ontwikkeld. Het komt ook voor dat baby's en jonge kinderen last hebben van een buikgriep (virusinfectie) of een immuunziekte zoals coeliakie of de ziekte van Crohn. Daardoor kunnen ze tijdelijk een lactose-intolerantie ontwikkelen. Zo'n 'secundaire' lactose-intolerantie gaat weer over zodra de onderliggende oorzaak is verdwenen of aangepakt.
Lactose-intolerantie bij volwassenen
De meeste mensen krijgen pas symptomen van lactose-intolerantie na hun vijfde. Dit komt omdat de lactase in hun darmen afneemt. Bij een dosis lactose van 12,5 gram kan iemand met lactose-intolerantie tussen de 42 en 77% verteren, terwijl dit bij mensen die wel tegen lactose kunnen 95% is. Het is dus niet zo dat lactose-intolerante personen helemaal geen lactose kunnen verdragen. Het deel van de lactose dat niet wordt verteerd, kan in de dikke darm terechtkomen en daar klachten veroorzaken.
Lactose-intolerantie wordt meestal gediagnosticeerd door middel van een ademtest, waarbij de hoeveelheid waterstof en eventueel methaangas wordt gemeten. Dit zijn allebei bijproducten van (onvolledige) vertering in de darmen. Ook kan je poep worden onderzocht op de aanwezigheid van lactose of andere suikers. In het zeldzame geval dat je last hebt van een genetische aandoening die lactose-intolerantie veroorzaakt kan een gentest nodig zijn.
Verschil tussen koemelkallergie en lactose-intolerantie
Een veelgemaakte fout, helaas ook nog wel eens door artsen en behandelaars, is lactose-intolerantie te verwarren met koemelkallergie. Bij koemelkallergie kun je niet tegen een van de eiwitten in koemelk, waarna je immuunsysteem in actie komt en je heftige klachten door je hele lijf kunt krijgen. Lactose-intolerantie is zoals gezegd een reactie op melksuiker door een gebrek aan lactase, en de klachten komen alleen voor in de maag en darmen.
Bij baby's die last hebben van lactose-intolerantie (tijdelijk als gevolg van een ziekte of aandoening) wordt aanbevolen om gewoon door te gaan met borstvoeding. Baby's die flesvoeding krijgen zouden tijdelijk een lactosevrije formule kunnen krijgen, totdat de symptomen afnemen en ze terug kunnen op gewone flesvoeding. Kinderen met aangeboren lactose-intolerantie als gevolg van een genetisch defect moeten lactose wel mijden.
Als je kindje last heeft van klachten na het drinken van melk, ga dan goed na wat de oorzaak hiervan is! Soms schrijven dokters namelijk lactosevrije melk voor, die nog wel koemelkeiwit bevat. Als koemelkallergie de oorzaak is, ben je hier natuurlijk niet mee geholpen. Omgekeerd kan extensief hydrolysaat voor kinderen met koemelkallergie wél lactose bevatten, om het zoeter te maken en goede bacteriën in de darmen te stimuleren. Zorg dus dat je het goede product gebruikt.
Lactosebeperkt dieet
Bij kinderen en volwassenen met lactose-intolerantie wordt een lactosebeperkt dieet aangeraden. De meesten kunnen 12-24 gram lactose verdeeld over de dag wel verdragen. In boter, yoghurt en harde kaas zit wel koemelkeiwit, maar minder lactose, zodat patiënten met een intolerantie deze vaak wel kunnen eten. Soms kunnen lactasepillen of -capsules helpen om het tekort aan lactase aan te vullen, zodat er geen of minder klachten ontstaan.
Wie een lactosebeperkt dieet volgt, moet goed opletten dat hij/ zij genoeg calcium en vitamines B2 en B12 binnenkrijgt. Zo voorkom je rachitis ('Engelse ziekte') bij kinderen en botontkalking op latere leeftijd.
Heb je nog meer vragen over lactose-intolerantie? Kijk dan op onze pagina over lactose of stel je vraag via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Bron van dit artikel: Heine et al., World Allergy Organization Journal (2017)