studenten
haver
Het huis uit of bijna het huis uit. Stappen met vrienden. Wonen in een
studentenhuis. Vakkenvullen in de supermarkt. Anafylaxie en adrenalinepen.
Een nieuwe rubriek van Evert van den Berg en Niek Reijers.
Als anderen
Zolang ik me kan herinneren, heb ik ernstige allergieën. Ik draag
een EpiPen bij me, die ik gelukkig nog nooit heb hoeven gebrui-
ken. Ik stop niks in mijn mond waarvan ik niet zeker weet dat het
goed is en eigenlijk gaat het ook nooit echt mis. Maar regelmatig
kan ik bij vrienden iets niet mee-eten en dat vind ik jammer.
Dit jaar heb ik een tussenjaar, voordat ik ga studeren. Ik volg een
cursus Wiskunde B en Japans, en zit op zangles. Daarnaast werk
in zo’n twee dagen per week als vakkenvuller in de supermarkt.
Verder houd ik van gamen en keyboard en gitaarspelen. Ik vertel
mensen in mijn omgeving pas over de allergie als het van belang
is. Dat wil dus zeggen: als er eten in het spel is. Vaak kopen ze dan
speciaal iets voor mij, bijvoorbeeld om te trakteren. Toch doet het
weleens pijn om iets anders te moeten eten.
Mijn ouders zijn er altijd heel praktisch mee omgegaan.
Bijna overal was een oplossing voor. Tegenwoordig zie ik het
steeds vaker als mijn eigen verantwoordelijkheid. Ik heb altijd
gedacht dat ik nooit op kamers zou kunnen gaan, maar nu denk ik
steeds vaker: waarom niet? Voorlopig blijf ik thuis wonen, omdat
ik nog best jong ben. Het grootste deel van de tijd ben ik hele-
maal niet bezig met mijn allergie. Ik vul ook gewoon de zuivel en
eieren bij op mijn werk. Als er een pak melk zou lekken, zou ik wel
even schrikken en snel naar de kantine lopen ommijn handen te
wassen. Maar als je het goed bekijkt, leef ik mijn leven gewoon
net als anderen.
Evert van den Berg
(17) is allergisch voor melk, ei, noten, pitten en zaden, schaal- en
schelpdieren, kokos, meloen en kiwi. Hij heeft een tussenjaar
waarin hij een cursus Wiskunde B en Japans volgt. Hij werkt
twee dagen per week als vakkenvuller.
Veiligheid
Alles heeft een begin, zowel deze column als mijn studietijd.
Ook mijn allergieën hebben een begin. Als jongetje in mijn moe-
ders armen ben ik veilig en beschermd. Ik weet dat mijn ouders
opletten en de verpakkingen lezen. Zij zorgen dat ik veilig ben.
Eén van de eerste dingen die veranderen als je gaat studeren,
is het wonen op kamers en het zorgen voor jezelf. Tijdens het
zoeken van een kamer zijn mijn allergieën geen enkel probleem.
Ook het koken in huis verloopt in het begin prima, maar op een
gegeven moment is het ‘nieuwe’ ervan af. Iedereen is eraan
gewend dat ze geen nootjes in het eten moeten stoppen, maar
het gebeurt toch. Is het laksheid of onoplettendheid? Wie zal
het zeggen. Ik leer er mee omgaan en gooi voor de zekerheid een
pizza in de vriezer.
Vervolgens ontstaat er een cyclus met elk jaar nieuwe huisgeno-
ten. Ik vertel ze iedere keer braaf wat ik allemaal niet mag hebben
en elk jaar gaat het minstens een paar keer fout. Vaak zie ik de
noten zitten of let een andere huisgenoot goed op. Veel anafylac-
tische reacties hou ik er gelukkig niet aan over.
Voor mij is dit het zeker waard; al die gezelligheid, uitjes en leuke
mensen zou ik niet willen missen. Dat gevoel van veiligheid daar-
entegen ben ik kwijt, ik moet altijd zelf opletten en er is niemand
meer die het voor me doet. Het is een constante strijd die ik
voer met mezelf en een strijd die nooit te winnen valt, alleen te
verliezen. Het enige wat ik kan doen is de volgende dag opnieuw
aanschuiven en kijken wat er onder de deksel van de pan zit.
Niek Reijers
(21) is ernstig allergisch voor noten. Hij studeert Scheikundige Tech-
nologie aan de Universiteit Twente, Enschede.
Reageren? Mail naar
redactie@voedselallergie.nlAllergie en Voeding
9
<




