
>
22
Allergie & voeding september 2015
Mijn
verhaal
Gewoon aanschuiven aan tafel zonder je eigen tasje
Wat wil je graag hetzelfde zijn!
Als ouder probeer je je kind met
voedselallergie zo ‘normaal’
mogelijk te laten opgroeien.
Dat betekent zoveel mogelijk
aanpassen met het gezin, altijd
zorgen voor alternatieven op
het gebied van voedsel en voor-
al ook proberen te blijven
inschatten waarbij een kind
zich prettig voelt. En dat kan op
driejarige leeftijd weleens heel
anders zijn dan halverwege de
basisschoolperiode.
Marije Bedaux
//
tekst en foto
Niets is zo veranderlijk als de mens,
en ook als het om kinderen gaat, is
het nu eenmaal zo dat wat ze de
ene dag nog beoordelen als ‘goed
voor mij’ zomaar kan veranderen in
‘niet goed voor mij’ of ‘hier word ik
niet blij van’. Jouw suggestie voor
een alternatief, bijvoorbeeld een
paashaas van chocolade zonder
melk, noten en ei – waarop je erg
trots bent omdat je deze na lang
zoeken hebt veroverd – kan weleens
totaal afwijken van de behoefte van
je kind. Of je kind vindt de traktatie
simpelweg niet lekker…
Je moet je als ouder dus steeds
afvragen of je alternatieve koekjes,
traktaties, ontbijtmanden, paas-
lunch of andere zelf meegebrachte
heerlijkheden nog steeds voldoen
aan de norm ‘goed genoeg voor mij’,
zo is mij onlangs weer erg duidelijk
geworden.
Ontbijt mee
In de lente waren er veel festivitei-
ten op de school van onze dochter
Tess (9), bijvoorbeeld de Konings-
spelen en daaraan voorafgaand een
ontbijt met de hele school in de
gymzaal. Het ontbijt werd geleverd
door Jumbo en bevatte: beschuit,
brood, melk, appels en beleg zoals
jam, smeerkaas en hagelslag. Geluk-
kig waren de cupjes met pindakaas
en hazelnootpasta van tafel gehou-
den, zodat dit beleg in ieder geval
niet voor allergische reacties zou
zorgen. Ook niet bij andere kinderen
met een pinda- of notenallergie.
Toch moest Tess haar eigen ontbijt
meenemen, omdat ze het brood,
de boter en het beleg niet kon
eten. Nu is ze dit gewend; ook met
een paaslunch twee weken eerder
nam ze haar eigen broodjes mee.
Maar waar ik een jaar geleden nog
aandachtig een mandje of doosje
vulde met allerlei lekkers en dit ook
nog versierde in het thema van die
dag, benadrukte Tess dit keer dat ik
er vooral niet teveel werk van moest
maken. Gewoon twee broodjes
smeren en die in haar broodtrom-
mel stoppen. Geen extra servetten,
oranje lintje of een paasbloemetje;
vooral ‘niet opvallen’ was haar
thema. Gek genoeg vergat ik haar
te vragen naar de reden. Ik dacht
nog wel ‘oh, jammer’, omdat het
altijd leuk is om iets speciaals te
verzorgen. Het leek wel alsof zij mijn
gedachten kon raden…
Wat heb jij bij je?
Haar antwoord volgde niet veel
later vanzelf. Andere kinderen
reageren blijkbaar tijdens dit soort
feestdagen toch wat gek op haar
afwijkende tasjes of broodtrom-
mels met versieringen. Zo vragen ze
regelmatig:‘Wat heb jij nu allemaal
bij je?’ of ‘Wat heb jij veel meege-
nomen, zeg!’ Niet verkeerd bedoeld
waarschijnlijk, maar Tess vat opmer-
kingen van andere kinderen nu wel
zo op. Het blijft een lastig thema, en
het is wikken en wegen wat je als
ouder in zo’n situatie het beste kunt
doen. En ieder kind reageert nu een-
maal anders.
Had ik haar misschien moeten uit-
leggen dat het niet erg is om anders
te zijn dan de rest? Sterker nog, dat
het juist ook haar kracht kan zijn?
En dat zij ook best mag genieten
van een feestelijk ontbijt met haar
eigen lekkernijen, ook al ziet dat er
anders uit dan de maaltijden van
de omstanders? Ik had haar kunnen
zeggen:‘Als ze lachen om jou omdat
je anders bent, kun jij naar hen
lachen omdat ze allemaal hetzelfde
zijn.’ Maar nee, zo reageerde ik niet.
Ik kon mezelf eigenlijk heel goed in
haar gedachten verplaatsen.
Want oh, wat wil je graag als kind
met voedselallergie soms hetzelfde
zijn als alle andere kinderen en
gewoon kunnen aanschuiven aan
tafel zonder te moeten opletten of
je eigen tasje te moeten openen.
En dus smeerde ik gewoon twee
broodjes met jam en worst en pakte
haar broodtrommel zorgvuldig in.
Wat heerlijk!
Een maand later was de laatste
hockeytraining van het seizoen,
gevolgd door het eten van pannen-
koeken in het clubhuis met alle
teams. Voor Tess bracht ik een bord
macaroni mee: haar favoriete eten.
Nadat alle teams hadden plaats-
genomen aan de grote tafels en
Tess zich realiseerde dat iedereen
pannenkoeken at behalve zij, keek
ze wat bedrukt om zich heen.
‘Nu ben ik echt de enige die iets
anders eet dan alle andere vijftig
mensen.’ Gelukkig gaf een teamge-
noot naast haar direct antwoord:
‘Ooohh, wat heerlijk die macaroni,
ik houd helemaal niet van pannen-
koeken…’
Eet smakelijk!
Ontbijt met de hele school.