
>
6
Allergie & voeding maart 2016
Zeventig procent van alle plantaardige voedsel
allergieën heeft een relatie met pollen. De twee
allergene eiwitten profiline en LTP zijn hierbij
beruchte boosdoeners.
Profiline is een allergeen dat in hoge mate voor-
komt in grassen en bijvoorbeeld meloen. Meestal
gaat het ommilde luchtwegreacties. Toch kunnen
hevige voedselallergische reacties voorkomen na
blootstelling aan een hoge dosis graspollen.
Het maakt uit waar je woont en de soort reactie.
LTP
(non specifiek lipide transfer-eiwit)
is een
meer beruchte uitlokker van allergische reacties,
zeker rond de Middellandse Zee. Je vindt LTP
vooral in de ‘hogere’ plantensoorten zoals fruit,
noten en pinda’s. De plant gebruikt het ook als
verdediging tegen schimmels en bacteriën.
Het eiwit is zo compact gebouwd, dat het goed
bestand is tegen allerlei helpers in onze spijs
vertering. Ook verhitting kan het vaak weerstaan.
Ernstige allergische reacties worden vooral gezien
bij mensen die voor meerdere LTP-eiwitten over-
gevoelig zijn. Testen op deze eiwitten kunnen
wellicht in de toekomst het risico op een voedsel-
allergische reactie voorspellen.
Dierlijke eiwitten
Dierlijke eiwitten zijn natuurlijk ook zeer bekende
allergenen. Melk en ei komen vaak aan bod bij
jonge kinderen. De meeste allergische reacties
treden snel op. Wel is het percentage kinderen
dat allergisch is voor koemelkeiwit lager dan
gedacht. Gemiddeld betreft dit 0,54 procent van
de kinderen. In Nederland en Engeland is dit
getal twee keer zo hoog.
Rood vlees is een vreemde eend in de bijt.
Een reactie kan pas na uren optreden. Een oor-
zaak is misschien een suiker: alfa-galactose.
Deze is net als LTP goed beschermd tegen de
spijsvertering en verhitting.
Kruisreacties
Kruisreacties tussen verschillende allergenen
zijn overbekend. Sommige delen van eiwitten
(epitopen) lijken op elkaar. Niet alleen de speci-
fieke afweerstoffen IgE (immunoglobuline),
maar ook andere helpers van ons afweersysteem
(de T-cellen) spelen bij deze reacties een rol.
De relatie tussen berkenpollen en appelallergie is
een topper in Nederland (400 duizend mensen).
Ook de relatie tussen pinda en boomnoten wordt
vaak gemeld. Het mechanisme hieronder is niet
volledig duidelijk. We weten bijvoorbeeld dat de
allergenen van kiwi een sterke kruisreactie heb-
ben met pinda en noten, en ook de kruisreactie
tussen de belangrijkste allergenen van hazelnoot
(Cor a 14) en pinda (Ara h 2) is bekend.
Het orale allergiesyndroom (OAS) is een IgE-
gemedieerde voedselallergische reactie op planten
en fruit. De klachten variëren van een jeukende
mond tot lichte zwelling van de lippen en/of tong.
De klachten treden alleen op na het eten van
rauwe producten. Het spijsverteringskanaal en
verhitting maken korte metten met deze aller
genen. Berkenpollen zijn ook hier een spil.
Jammer genoeg helpt immunotherapie tegen
berkenallergie niet tegen de voedselallergische
kruisreacties. De betrokken allergenen hebben
toch te unieke kenmerken.
Aanvullend als diagnose kan een CRD-test
(
Component Resolved Diagnostic
) worden gedaan.
Dit is een bloedtest met recombinante (kunst-
matige) allergenen van zeer hoge kwaliteit, die
de verschillende allergische antistoffen en moge-
lijke kruisreacties in kaart brengt. Meer onder-
zoek is nodig naar mutaties van allergenen en de
consequentie hiervan voor allergische reacties.
In de september-uitgave van Allergie & Voeding
komt een uitgebreid artikel over de CRD-test.
Andere onderliggende processen bij
voedselovergevoeligheid
IgE-antistoffen worden gevormd na contact met
een mogelijk allergeen. De volgende keer als IgE
bindt met de uitlokker komen ook ander hulp-
ploegen in actie, zoals eosinofielen, basofielen
en mestcellen. De laatste ‘braken’ histamine uit,
waardoor de typische klachten ontstaan als
netelroos, hooikoorts en voedselallergieën.
Daarnaast zijn de T-helper-cellen actief. Ze pro-
duceren andere stoffen, cytokinen (voor de door-
zetter, onder andere IL-5, IL-13 en IL14), dit is de
Th2-respons. Deze allergeen-specifieke reactie
ontstaat al heel vroeg in het leven van een mens.
De stand van zaken en nieuwe ontwikkelingen
De wereld van voedselallergie
In de laatste tien tot vijftien jaar komt voedselallergie steeds meer voor, zowel in onze
westerse wereld als in ontwikkelingslanden. Toch is nog steeds niet helemaal duidelijk
wat het onderliggend proces bij voedselallergie is. Natuurlijk weten we veel over de
afweerstoffen IgE en ook de niet-IgE uitgelokte reacties. Het maakt nogal uit waar je
woont. Zo vinden we bij 6,6 procent van de bewoners van IJsland deze afweerstoffen,
terwijl dit bijvoorbeeld in Zwitserland bij 23,6 procent van de bevolking het geval is.
De nabije toekomstverwachting is dat zelfs 50 procent van de bevolking potentieel
allergisch zal zijn. Wat speelt er allemaal op het gebied van voedselallergie?
Een overzicht van voorzitter Erna Botjes.