>
8
Allergie & voeding december 2017
Autisme en voeding
Huub Savelkoul: ‘Een bijzonder feit is dat 30 procent van de kinderen met autisme een beschadigd
darmoppervlak heeft. Dat gaat ook gepaard met afwijkingen in het immuunsysteem.
Met probiotica kun je daaraan misschien iets doen. Daarvoor is weinig goed wetenschappelijk
bewijs, want dat type onderzoek is lastig uitvoerbaar vanwege de grote verschillen in het ziekte-
patroon, de moeilijke ethische afwegingen en de beperkte mogelijkheid voor financiering.
Je ziet wel op websites waar ouders informatie delen, dat ze hun kinderen met autisme vaak
een glutenvrij en caseïnevrij dieet geven, aangevuld met probiotica en soms ook omega-3- vet-
zuren. Dit heeft mij aangezet om uit te zoeken: wat is het in dat dieet wat effect heeft?
Wat blijkt: sommige peptiden uit gluten en koemelk die door de beschadigde darmwand lekken,
kunnen door de bloed-hersenbarrière heen. Daar binden ze zich aan dopaminereceptoren en
hebben zo een effect op het gedrag. Gezonde kinderen hebben een enzym in hun darmen dat
die peptiden kapot kan knippen. Bij eenderde van de autistische kinderen werkt dat enzym niet,
of is niet aanwezig, of wordt geblokt door antistoffen.’
Bij kinderen geboren met een keizersnede is
dat anders: die worden niet gekoloniseerd door
darmbacteriën. Die krijgen hun bacteriën binnen
via huidcontact met de moeder, de verpleegster
en tante Alie, en hebben zo een heel andere
opbouw van het microbioom in de darmen.
Geef je geen borstvoeding maar flesvoeding, dan
krijg je een veel meer gemengde opbouw van je
bacteriën. Dat kan goed zijn, maar dat hoeft niet.
Daarom raad ik aan borstvoeding te geven als
dat kan. In elk geval vier tot zes maanden.’
Relatie tussen je darmen en je brein
‘Je immuunsysteem bestaat uit losse cellen en
moleculen die eerst bij elkaar moeten komen om
een reactie op gang te brengen. Dat gebeurt in
je lymfeklieren. De grootste zit precies achter je
navel. Alles wat je opneemt in je darm, filtert
naar die ene ‘poortwachterklier’ toe, waar wordt
beslist of de reactie lokaal blijft, of zich verspreidt
door je lichaam. Zo kan die reactie ook terecht
komen in je brein. We beginnen steeds beter te
beseffen hoe belangrijk die darm-hersen-as is,
omdat het twee kanten op kan. Studenten die
zich druk maken om een tentamen kunnen soms
spontaan diarree ontwikkelen. Omgekeerd, als
je tryptofaan eet, een belangrijk aminozuur in
voeding, wordt dat in de darm omgezet in sero-
tonine, het ‘gelukshormoon’. Meer dan 95 procent
van de serotonine in je lichaam zit niet in je brein,
maar in je darmen. Vandaar dat je darm soms
het ‘tweede brein’ wordt genoemd.
Met bepaalde probiotische bacteriën kun je je
stemming zelfs beïnvloeden. Muizen in het lab
kun je angstig, stoer of vrolijk maken afhankelijk
van de bacteriën die in de darmen leven.
Een dubbelblind onderzoek onder studenten liet
zien dat de groep die probiotica slikte na vier
weken plotseling veel positiever en gelukkiger
was dan de groep die een placebo kreeg.’
De zin en onzin van probiotica
‘Probiotica zijn levende micro-organismen.
Bij voldoende hoeveelheid in een actieve vorm
hebben ze een gezondheidsbevorderende wer-
king. Dan bedoel ik poeders en capsules die je op
recept krijgt, niet die drankjes die je bij de super-
markt koopt. Die laatste zitten stampvol met sui-
ker en melk, wat je juist niet wilt hebben.
Bovendien bevatten ze maar één tot drie
bacteriestammen.
Een gezonde darm is egaal bekleed. Geen enkele
bacterie kan daar meer aanhechten, want alles zit
vol bacteriën. Probiotica slikken bij een gezonde
darm heeft dus geen zin. Maar bij een ongezonde
darm met infecties, open plekken en rotzooi,
kunnen de bacteriën uit probiotica wel aanhechten
en kan er een positief effect op de gezondheid
zijn.’
Nieuwe opties
‘Naast probiotica, wat kun je nog meer doen om
de werking van je darmen positief te beïnvloeden?
We zijn de worminfecties kwijtgeraakt na de
Tweede Wereldoorlog, maar die kunnen ook iets
goeds betekenen. In Amerika kun je potjes met
levende wormen kopen. Geen aan de mens aan-
gepaste stam: hij komt van een varken. Maar in
de zeventien dagen die die worm in je lijf door-
brengt voordat je hem uitpoept, stimuleert hij
wel het darmimmuunsysteem, waardoor je ont-
stekingen in de darm remt. Dit wordt soms toe-
gepast bij de ziekte van Crohn en andere chroni-
sche darmziekten. Men claimt ook positieve
effecten bij allergie, maar daarvan heb ik nog
niet zoveel resultaten gezien.
Poeptransplantaties worden ook gebruikt om de
darmen te corrigeren als één bacterie de over-
hand heeft genomen, bijvoorbeeld bij mensen
die niet meer op antibiotica reageren. Voor aller-
gieën zijn er wel wat suggesties van positieve
effecten van poeptransplantaties, maar het
wordt nog niet op grote schaal toegepast.
Verder is er onderzoek om uit te vinden wat de
goede bacteriën zijn die bij de meeste mensen
voorkomen. Zouden ze daarvan een goede labo-
ratoriummix maken, dan heb je een gestandaar-
diseerd mengsel dat je aan iedereen kunt geven.
Mogelijk al meteen bij de geboorte, zodat elke
baby het optimale microbioom heeft, waardoor
je allergieën tegengaat en misschien ook wel
een aantal andere ziektes waarbij het immuun-
systeem is betrokken.’
Vera Hendriks
//
‘Kinderen die zijn gesensibiliseerd voor een bepaald allergeen
hebben andere groepen bacteriën in hun darm’
Professor Huub Savelkoul




