Allergie en voeding 2021-1
5 < al starten met de introductie van pinda of ei. Als er bij ouders of broer/zus sprake is van een ernstige notenallergie kunnen we ook aan de hand van huidpriktesten een inschatting maken van de kans op een notenallergie. Afhankelijk van de uitkomsten stellen we een persoonlijk intro- ductieschema voor de verschillende voedings- middelen op, voor thuis of in het ziekenhuis.’ ‘Het is een intensieve ochtend’, geeft Anneke van Boekholt aan. ‘Tot nu toe vinden de ouders van onze patiënten en wij het heel prettig dat ze binnen zo’n korte tijd veel antwoorden krijgen op de vragen die ze hebben. Als er binnen het gezin een lid is met een ernstige reactie op een voedingsmiddel merk je dat de introductie van dat voedingsmiddel best spannend is, wat heel begrijpelijk is. De drempel wordt op zo’n ochtend gelijk weggenomen, omdat je het allergeen al hebt geïntroduceerd in het ziekenhuis. In de meeste gevallen is deze introductie ook succesvol en durven de ouders het voedings- middel thuis verder te geven, wat belangrijk is.’ Behoefte aan handvatten ‘Als je zelf een allergie hebt, kan het behoorlijk lastig zijn om dat product aan je kind te geven’, vertelt Irene Herpertz. ‘Dat is bijvoorbeeld ook ingewikkeld met het afvegen van handen of als kinderen een klein beetje spugen. Dan bespreken we samen hoe ouders dit het beste kunnen doen. Bijvoorbeeld door de partner, die geen allergie heeft, de allergenen te laten geven of door één van de grootouders. Ouders hebben behoefte aan handvatten afgestemd op hun situatie en het is fijn dat we ze daarin kunnen ondersteunen.’ ‘De ouders die naar de allergiepoli komen zijn ook een bijzondere doelgroep’, vult de kinderarts aan. ‘Over het algemeen gaat het om ouders die goed weten wat het inhoudt om een allergie te hebben, omdat ze zelf allergisch zijn of al een kindje hebben met een allergie. Ze zijn dan ook zeer gemotiveerd om hun kind daarvoor te behoeden. Soms bedenken ze zelf de creatiefste oplossingen om te zorgen dat hun kind de aller- genen krijgt, de motivatie is indrukwekkend. Als je later contact met ze hebt, merk je vaak dat het geven van de producten nog steeds in hun systeem zit. Dat is fijn om te zien of te merken.’ Blijven geven van allergenen ‘Het blijven geven van de producten is namelijk heel belangrijk’, vervolgt de kinderdiëtist. ‘Uit studies is gebleken dat als je allergenen vroeg hebt geïntroduceerd, je een grotere kans hebt op tolerantie. Stop je daarna weer met het geven van allergene voeding, dan kan die tolerantie weer verdwijnen bij kinderen in risicogroepen. Het landelijke advies is om wekelijks het Even voorstellen Irene Herpertz is kinderdiëtist gespeciali- seerd in voedselallergie. Zij is lid van de landelijke Taskforce Preventie Voedsel- allergie, een samenwerking tussen de sec- tie kinderallergologie van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde en Diëtisten Alliantie Voedselovergevoelig- heid. Sinds 2020 is zij verbonden aan de afdeling kindergeneeskunde van VieCuri als projectleider van het kinder-allergie- centrum. Anneke van Boekholt is algemeen kinder- arts met als aandachtsgebied atopische ziekten bij het kind. Dit betekent dat zij veel kinderen behandelt met astma, aller- gie en/of eczeem. Zij is sinds 2017 werk- zaam in VieCuri waar zij zich samen met collega kinderarts Marjoke Verweij inzet voor kinderen met atopische ziekten. Irene Herpertz is kinderdiëtist gespecialiseerd in voedselallergie. Anneke van Boekholt is algemeen kinderarts met als aandachtsgebied atopische ziekten bij het kind.
RkJQdWJsaXNoZXIy NzkyMjk=