Allergie en voeding 2025-1

14 ALLERGIE & VOEDING INTERVIEW In gesprek met Geert Houben TEKST ANNIEK HOOGEVEEN FOTO EIGEN ARCHIEF ILLUSTRATIE ISTOCK ‘ Wij focussen op het bepalen van de drempelwaarden’ Geert Houben is principal scientist bij TNO en hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en het UMC te Utrecht. Hij onderzoekt de effecten van voedselbestanddelen op het immuunsysteem en levensmiddelentoxicologie. Waar gaat jullie onderzoek over allergieën precies over? ‘Met ons onderzoek willen we bepalen wat de exacte drempelwaarden voor allergenen wereldwijd zijn. Een drempelwaarde is de maximale hoeveelheid van een allergeen dat iemand kan consumeren zonder dat dit gevaarlijk is. Het doel is om deze waarden te vertalen naar concentraties in voedingsmiddelen. Zo kan worden bepaald wanneer een waarschuwing op het etiket nodig is. Hierbij houden we rekening met zowel drempelwaarden als de consumptiepatronen in de bevolking.’ Wat is de rol van de WHO en FAO in dit onderzoek? ‘De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) hebben op verzoek van de Codex Alimentarius van het internationale Voedselstandaarden-programma van de Verenigde Naties, een commissie opgericht om wereldwijde richtlijnen te ontwikkelen voor allergenenetikettering. Dit werk is sterk gebaseerd op data en methodes die door TNO en UMC Utrecht zijn ontwikkeld. De commissie heeft aanbevolen om bij het bepalen van actiegrenzen uit te gaan van de middelste consumptiewaarde, in plaats van de extreme consumptie van zware gebruikers. Deze benadering zorgt ervoor dat waarschuwingen zinvol blijven en niet onnodig veel producten worden voorzien van etiketten zoals kan allergenen bevatten.’ Waar staat het onderzoek nu? ‘We hebben veel resultaten, want het onderzoek is al in de jaren 90 gestart. Wij focussen met name op het bepalen van de drempelwaarde van allergenen. Dit is de hoeveelheid die een consument binnen mag krijgen en nog niet gevaarlijk is. Als je die dosering wil gebruiken moet je kijken naar de hoeveelheid die iemand normaal eet. Om dat vervolgens te vertalen naar concentraties in voedingsmiddelen. Dus dan moet je de maximale dosering die gezondheidskundig verantwoord is, delen door de portiegrootte van de voedingsmiddelen. En dan krijg je eigenlijk een concentratie, en dat is een actiegrens wanneer je wel

RkJQdWJsaXNoZXIy NzkyMjk=