KWARTAALBLAD VAN DE STICHTING VOEDSELALLERGIE 3/2025 VRAAG HET DE PSYCHOLOOG Kies ik voor een provocatietest of niet? FAMILIEDAG 4 OKTOBER Ontmoeten tussen de dieren ALLERGISCH OP HET WERK Hoe ga je daar mee om?
4 ALLERGIE & VOEDING INTERVIEW ‘ Op het moment dat ik mijn zoontje van 2 ergens moet achterlaten, is dat altijd een ding,’ vertelt Glenn van Laar. Lewis heeft een ernstige koemelkallergie en regelmatig merkt hij dat deze allergie wordt verward met een lactose-intolerantie, waar de gevolgen anders van zijn. ‘Lewis wordt ontzettend ziek als er een klein beetje koemelk in bijvoorbeeld een koekje zit. Voor mijn vrouw Floor en mij zijn sociale gebeurtenissen met veel eten altijd spannend.’ Zelf weten ze precies wat ze moeten doen als Lewis een allergische reactie krijgt, maar wat als ze er een keer niet bij zijn? Naarmate hun zoon ouder wordt, is hij steeds vaker ergens anders: op kinderfeestjes, spelend met vriendjes, op de kinderopvang met wisselende leidsters, of op school. ‘Dat betekent voor ons dat we op veel momenten moeten zorgen voor een goede informatieoverdracht. Iedere keer opnieuw heel precies uitleg- ‘Dit bandje kan een veilige haven zijn’ gen wat er met hem aan de hand is. Op de bank met mijn vrouw is het idee voor de informatiedrager geboren.’ INFORMATIE UPLOADEN Samen met Arnoud Veldhuis runt Van Laar al jaren het bedrijf Smart Moov. Ze bedenken businessconcepten voor bedrijven, inclusief marketing en sales. Op kantoor spreekt Glenn regelmatig over zijn zoontje Lewis, zijn allergie en de spanning die hij daarbij voelt. ‘Als hij zijn zoon bij mij wil achterlaten, kan dat niet zomaar,’ zegt Veldhuis, ‘ik wil weten waar hij allergisch voor is, wat er kan gebeuren en wat ik moet doen als er iets misgaat. Al die informatie onthouden is nogal wat.’ Uit een brainstorm ontstond het idee voor een armbandje met een chip erin. Vanaf dat moment trokken Veldhuis en Van Laar het land in. Ze spraken met ouders van kinderen met een voedselallergie, diëtisten, allergologen en met mensen van onze stichting. ‘We kregen TEKST RIANNE VAN DER MOLEN FOTO’S LEWISE LEWISE introduceert informatiedrager voor kinderen met een voedselallergie Durf jij je jonge kind met een voedselallergie bij anderen achter te laten of vrij te laten spelen? Glenn van Laar worstelde met dat probleem. Samen met zijn compagnon Arnoud Veldhuis bedacht hij een oplossing: een armbandje dat je kunt scannen.
5 ALLERGIE & VOEDING ‘Sociale gebeurtenissen met veel eten zijn altijd spannend’ » het nadrukkelijke advies om niet op de stoel van medici te gaan zitten,’ zegt Van Laar, ‘het draait om betrouwbare informatieoverdracht. Zelf gebruiken wij alleen bronnen met wetenschappelijk onderbouwde informatie, zoals van ziekenhuizen. Ouders mogen straks zelf hun informatie uploaden, maar wij raden aan dat zij dat doen op basis van betrouwbare bronnen.’ EVEN SCANNEN EN KLAAR Glenn van Laar hoopt dat dit armbandje hem helpt om zijn zoon wat makkelijker elders te laten spelen. ‘Dat is iets wat steeds vaker voorkomt. Ik geloof dat dit een veilige haven kan zijn, waardoor kinderen met een voedselallergie een net zo onbezorgde jeugd kunnen hebben als ieder ander kind. Niet alleen voor de kinderen zelf, maar ook voor alle volwassenen bij wie zij thuiskomen en bijvoorbeeld pedagogisch medewerkers of leerkrachten. Hoe fijn is het als zij een bandje kunnen scannen en direct weten wat wel en niet kan?’ Elke telefoon die na 2006 is gemaakt, heeft een zogeheten NFC-functie, waarmee draadloos gecommuniceerd kan worden met andere apparaten. ‘Het werkt heel simpel,’ zegt Van Laar, ‘je houdt je telefoon tegen het bandje en het scannen begint. Vervolgens verschijnt op je scherm de persoonlijke pagina van het kind. Je ziet direct waar het kind allergisch voor is, wat hij of zij wel en niet mag, en wat je moet doen als het misgaat. Ouders kunnen die pagina zelf vullen en aanpassen als er iets verandert. Ook staat er een noodknop op, waaronder het Europese alarmnummer staat en Van links naar rechts: Arnoud Veldhuis, Floor van Laar en Glenn van Laar
8 ALLERGIE & VOEDING VRAAG HET DE PSYCHOLOOG Wat goed dat jullie hier over nadenken en bewust stilstaan bij waar je goed aan doet voor je kind. Als ouder wil je je kind veilig houden en het idee dat er iets toegediend gaat worden, waar hij mogelijk een allergische reactie van krijgt, voelt als het tegenovergestelde. Het is heel begrijpelijk dat jullie hierdoor twijfelen. Tegelijkertijd kan zo’n test veel opleveren: het geeft helderheid over de gevoeligheid van je zoon en het kan onzekerheid verminderen. Uiteraard is de keuze aan jullie. In dit artikel hoop ik een aantal handvatten te geven die kunnen helpen wanneer jullie besluiten om wel de provocatietest te gaan doen. CONTROLE VERLIEZEN Wat deze situatie voor veel ouders lastig maakt, is het gevoel de controle los te moeten laten. In het dagelijks leven houd je als ouder waarschijnlijk alles rondom eten in eigen hand. Je leest etiketten, voorkomt risicovolle situaties en zorgt dat je kind (en eventueel zijn/haar omgeving) medicatie bij zich heeft. Bij een provocatietest geef je die controle deels uit handen. Dat kan zorgen voor angst, spanning of een gevoel van onveiligheid. Als je dit herkent, dan is het goed om je te realiseren dat het ziekenhuis juist de meest gecontroleerde omgeving is die je je kunt voorstellen. Er is medisch personeel aanwezig, je kind wordt goed geobserveerd en er zijn direct middelen beschikbaar als er toch een reactie optreedt. Een helpende gedachte voor jezelf als ouder kan zijn: ‘Ook al voelt het spannend, we zijn op een plek waar er goed op mijn kind wordt gelet en waar ze weten wat ze moeten doen.’ Door je bewust te zijn van deze gedachte, kun je als ouder meer rust ervaren. WAT VOELT JE KIND? Kinderen van 4 jaar kunnen soms nog niet volledig begrijpen wat een allergie inhoudt of waarom een test nodig is. Maar ze voelen feilloos aan hoe hun ouders zich voelen. Als jij gespannen, bezorgd of in paniek bent, merkt je kind dat en kan het zelf ook onrustig worden en zelfs de angst overnemen die jij als ouder voelt. Je kunt je kind helpen om zich op zijn of haar gemak te voelen door: • Het ziekenhuisbezoek voor te bereiden door uit te leggen wat er gaat gebeuren in eenvoudige, geruststellende taal. Bijvoorbeeld: ‘De dokter wil kijken hoe het met jou gaat als je pinda eet. We doen dit samen en blijven Moeten we wel een provocatietest doen? Psycholoog Nadine Vousten geeft advies Josh (38): Moeten we ons kind wel een provocatietest laten doen? Mijn zoon van vier heeft nog nooit een allergische reactie gehad, maar is wel allergisch voor pinda's. Nu wil het ziekenhuis graag een provocatietest doen. Mijn vrouw en ik twijfelen, omdat hierdoor misschien juist angst kan ontstaan. Wat te doen? daar tot we zeker weten dat het goed gaat.’ • Iets vertrouwds van thuis mee te nemen: een lievelingsknuffel, een boek of spelletje kan voor afleiding zorgen. • Te zorgen dat jij als ouder aanwezig, beschikbaar en zelf ook op je gemak bent. Je aanwezigheid maakt het verschil: het laat je kind voelen dat het er niet alleen voor staat en dat het goed zal komen. WAT ALS ER TOCH EEN REACTIE KOMT? Mocht er een reactie optreden tijdens de provocatietest, dan is het belangrijk dat jij als ouder kalm blijft. Natuurlijk is dat makkelijker gezegd dan gedaan, maar jouw reactie bepaalt in belangrijke mate hoe je kind de ervaring beleeft. Als jij paniek laat zien, kan dat zorgen voor een gevoel van angst bij je zoon, zelfs als de allergische
9 ALLERGIE & VOEDING FOTO JAN BUTEIJN ILLUSTRATIE ISTOCK reactie mild was. Hierdoor zou hij de pinda of het ziekenhuis kunnen gaan associëren met onveiligheid en angst. Het tegenovergestelde is ook het geval: als hij merkt dat de test oké is en gerustgesteld wordt, dan hoeft de ervaring niet geassocieerd te worden met angst of andere negatieve gevoelens. Blijf dus rustig, adem diep in en uit, en richt je op het geruststellen van je kind: ‘We zijn op de juiste plek. Ze helpen ons hier. Jij bent veilig.’ Betrek eventueel zelf het medisch personeel, als er een verandering in de allergische reactie optreedt. Hierdoor zorg je voor controle rondom het kind en dat kan jou als ouder ook weer geruststellen en die geruststelling helpt het kind dus weer. WAT KUN JE ZELF ALS OUDER DOEN? Een provocatietest kan voelen als het uit handen geven van controle, maar het kan helpen om te kijken naar de controle die jij juist wel hebt: • Je kiest bewust om je kind in een veilige, gecontroleerde omgeving te laten testen. • Je kunt de voorbereiding op een fijne manier vormgeven, zodat je kind zich veilig voelt. • Je kunt je eigen reacties en gedachten sturen door helpende gedachten te formuleren. Een provocatietest bij een (jong) kind kan veel emoties oproepen. Het is normaal dat je twijfelt of je de juiste beslissing neemt. Door bewust stil te staan bij je eigen gevoelens, je zoon goed voor te bereiden en jezelf geruststellende gedachten mee te geven, kun je deze ervaring zo veilig en positief mogelijk maken. Of je nu besluit de test te doen of nog even wacht, weet dat het oké is om spanning te voelen. En vergeet niet: vraag gerust om hulp als je merkt dat je dit nodig hebt. Spar bijvoorbeeld met een goede vriend of partner over dit besluit, of vraag het ziekenhuis om extra informatie. Je hoeft het niet alleen te doen. « Nadine Vousten is psycholoog bij de Koninklijke Auris Groep én heeft zelf een ernstige allergie voor ei, soja, noten, basilicum en verschillende fruitsoorten. Heb je ook een vraag voor haar? Mail naar redactie@voedselallergie.nl ‘ Leg uit wat er gaat gebeuren in eenvoudige taal’
22 ALLERGIE & VOEDING Flexibele najaarsrecepten voor regenachtige dagen Na een lekkere zomer trekken we ons in het najaar weer wat vaker terug in onze huizen en worden de dagen korter. Hoe fijn is het dan om gezellig lang te tafelen of te borrelen, en dat iedereen mee kan doen? Ellen en Ellen doken de keuken in voor een borrelplank en meer. TEKST ELLEN HESSEL FOTO’S ELLEN DE ROO
23 ALLERGIE & VOEDING OVER KOKEN BUDDHA BOWL 4 personen | Bereidingstijd: 45 min Een Buddha bowl is ideaal voor mensen met allergieën: je kunt alles los serveren in bakjes, zodat iedereen zelf kiest. Ik koos ervoor om alles in één schaal te serveren. Er zijn geen vaste regels, dus mix en match wat jij lekker vindt! Ingrediënten: Voor de geroosterde kikkererwten: • 1 blik kikkererwten (uitgelekt) • 1 tl paprikapoeder • ½ tl knoflookpoeder • ¼ tl peper • 1 el olijfolie Voor de rest van de bowl: • 275 g quinoa • 1 courgette • 1 paprika • 1 zoete aardappel of ½ pompoen • 1 rode ui • 3 winterwortels Voor de dressing: • 2 tl citroensap • 2 tl ahornsiroop • 2 el tahini Eventueel toevoegen: • pompoenpitten Bereiding: Verwarm de oven voor op 200 °C. Spoel de kikkererwten af, laat uitlekken en dep droog. Meng met olie en kruiden, verdeel over een met bakpapier beklede bakplaat en rooster 20–25 minuten. Snijd intussen de groenten en grill ze op een bakplaat of in een grillpan (20–25 minuten). Wortel kun je ook rauw raspen. Bereid de quinoa volgens de verpakking. Serveer alles in een schaal: eerst de quinoa, dan de groenten erbovenop. Of zet alles los op tafel. Voor de dressing: Meng citroensap, ahornsiroop en tahini. Of gebruik een kant-en-klare dressing. »
26 ALLERGIE & VOEDING ADVIES ‘Je hebt geen controle over hoe iets is gemaakt’ Omgaan met voedselallergieën kan ingewikkeld zijn op de werkvloer. Soms is het dagelijkse (kantoor)leven een bron van zorg. Nadine Vousten, Jan Buteijn en Malou Menting vertellen hoe dit voor hen is. ‘Gelukkig is er een barista in ons kantoor, waar ik wél veilig koffie kan drinken’ TEKST MALOU MENTING FOTO’S EIGEN ARCHIEF Hoe ga je op je werk om met je voedselallergie? Malou Menting is onderzoeker bij een beroepsorganisatie. Ze werkt vooral op kantoor. Ze is allergisch voor melkeiwit, noten, pinda’s, cacao en zaden. ‘Er zijn weleens momenten waarop ik denk: het lijkt me leuk om met kleine kinderen in de kinderopvang te werken. Maar je moet dan toch een fles koemelk kunnen geven, een boterham met pindakaas kunnen smeren of kleffe handjes met andere allergenen schoon kunnen maken. Dat lijkt me onmogelijk met mijn allergieën. Als onderzoeker werk ik vooral op kantoor, dat is een stuk veiliger. Tegelijk geloof ik niet dat mijn voedselallergie die keuze heeft beïnvloed. Mijn collega’s reageren geïnteresseerd wanneer ik vertel dat ik voedselallergieën heb. Ze willen begrijpen wat het inhoudt. Tegelijk merk ik dat het lastig is om écht te begrijpen wat het inhoudt. Zó erg kan een beetje koemelk toch niet zijn? Sommige collega’s willen – heel lief- iets bakken of meebrengen zodat ik ook mee kan eten. Dan geef ik mijn allergieën wel door, maar toch ben ik er gespannen over. Je hebt geen controle over hoe iets is gemaakt. Soms zeggen ze: ‘Dit kan jij ook eten, hier zitten geen gluten in’. Iets waar ik nou gelukkig geen intolerantie voor heb. Meestal eet ik dan uiteindelijk toch iets dat ik zelf heb meegebracht, want dan zit ik een stuk relaxter. Mijn voedselallergieën beperken me gelukkig niet in het uitvoeren van mijn werk. Koffie uit de automaat op werk kan ik niet drinken (daar kunnen sporen van melk of cacao in zitten), maar gelukkig is er een barista in ons kantoor, waar ik wel koffie kan drinken. Dan heb ik meteen lekkere koffie! Wij werken verder op flexplekken, waarbij we dus steeds op een andere plek op kantoor kunnen zitten. Gezellig idee, alleen met voedselallergieën toch wat minder praktisch. Ik keek eerder altijd gespannen rond en werd ongemakkelijk als iemand bijvoorbeeld noten achter zijn computer at, terwijl hij aan het typen was. Dan wist ik: daar moet ik straks niet gaan zitten. Nu heb ik een eigen toetsenbord en muis. Zo’n kleine aanpassing, maar veel fijner!’ ‘Zo erg kan een beetje melk toch niet zijn?’
27 ALLERGIE & VOEDING Nadine Vousten is psycholoog en werkt als behandelcoördinator op een peuter behandelgroep voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis. Ze is allergisch noten, pinda, ei, soja, basilicum en oregano. ‘Het werken met kleine kinderen brengt uitdagingen met zich mee. Als behandelcoördinator ben ik veel achter de computer te vinden, maar ik help bijvoorbeeld ook mee tijdens de lunch op de peutergroep. Tijdens de lunch smeren we de boterhammen van de peuters en daar staat een pot pindakaas op tafel. Gelukkig heb ik hierin, samen met mijn collega’s, een (voor mij) veilige manier gevonden. Zo eet ik zelf niet tijdens de lunch op de groep, dat doe ik daarvoor of erna. Ik neem mijn eigen brood mee naar werk, om zeker te weten dat het veilig is. Met mijn collega’s heb ik bovendien afgesproken dat zij de boterhammen met pindakaas smeren. Handjes wassen kunnen de meesten al zelf. Voor de zekerheid kom ik niet aan mijn gezicht en was ik mijn handen goed met zeep voordat ik zelf mijn lunch opeet. Als ik ergens begin met werken, vertel ik meestal niet meteen aan iedereen hoe allergisch ik ben. Meestal pas wanneer zich een situatie met eten voordoet. Bij mijn vorige banen heb ik het vaak wel eerst tegen de teamleider verteld, zodat er iemand alvast op de hoogte was en eventueel kon meedenken. De rest van de collega’s volgden dan vanzelf. Ik doe er nooit geheimzinnig over, maar ik maak er ook geen groot ding van. De allergie hoort nu eenmaal bij mij en zegt niks over hoe ik mijn werk doe. Mijn collega’s zijn heel begripvol en laten mij de controle houden over de (eet)situatie, ook als we buiten de deur wat eten. Zo mag ik bijvoorbeeld het restaurant kiezen als we uit eten gaan. Als het niet lukt om een geschikt restaurant te vinden, dan passen zij zich makkelijk aan en kiezen we een ander soort uitje of eten iets wat uit de supermarkt komt. Dat is superfijn!’ « Jan Buteijn werkt als eventfotograaf in de evenementenbranche en komt daardoor op veel verschillende locaties. Hij is allergisch voor koemelk. ‘Als fotograaf ben ik vaak aanwezig bij zakelijke bijeenkomsten en congressen, op uiteenlopende tijdstippen van de dag. Daardoor maak ik regelmatig eetmomenten mee op locatie. Omdat ik een koemelk- eiwit-allergie heb, moet ik altijd alert zijn. Als ik het op tijd doorgeef, gaat het meestal goed, maar ik blijf altijd dubbelchecken. Voor de zekerheid zorg ik dat ik zelf iets bij me heb of van tevoren genoeg gegeten heb; ik ga ervanuit dat je niet overal veilig kunt mee-eten. In het begin vertel ik collega’s meestal niet meteen over mijn allergie, maar het komt vaak vanzelf ter sprake wanneer er eten wordt rondgebracht of als er een aparte maaltijd voor mij geregeld is. Dat verloopt meestal soepel. Grote aanpassingen heb ik gelukkig niet hoeven doen. Het draait vooral om goed voorbereid zijn en duidelijk communiceren, zeker met het personeel op locatie. Als zij begrijpen wat er speelt, is er vaak meer mogelijk dan je denkt en dat maakt het werk een stuk prettiger.’ ‘Ik moet altijd alert zijn’ ‘Mijn collega's smeren de pindakaas’
RkJQdWJsaXNoZXIy NzkyMjk=