Gaat je kind naar een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal of naar school? Dan is het noodzakelijk afspraken te maken met de leidsters of leerkrachten over de voeding en te nemen maatregelen. Maar ook om het kind stap voor stap vertrouwd te laten worden met het dieet en met veilig leven met allergie. Hieronder staan tips voor jezelf. Bestel voor school of kinderdagverblijf onze brochure 'Met voedselovergevoeligheid naar school'.
Voorkom ongelukjes, maak afspraken
Breng samen met de leidster of leerkracht de risico’s van de voedselallergie in kaart. Veiligheid is belangrijk, maar het moet ook praktisch uitvoerbaar zijn. Je kind moet zich ook geen ‘buitenbeentje’ gaan voelen.
Vertel de leidster op welke voedingsmiddelen je kind reageert en waarom de dieetmaatregelen zo nodig zijn.
Activiteiten kunnen óók risicovol zijn
Bedenk dat knutselactiviteiten óók tot allergische reacties kunnen leiden. Er kunnen gluten of viseiwitten in lijm zitten. En pindakettingen rijgen is voor een kind met ernstige pinda-allergie ongeschikt. Bespreek dus met de leerkracht waar voor jouw kind de risico's liggen. Met de Merkartikelenlijst van het Voedingscentrum en het dieetadvies van de diëtist of speciale kookboeken kun je alternatieven bedenken. Onze nieuwste tips en ideeën staan altijd in ons kwartaalblad Allergie & Voeding. Als je lid bent, krijg je die vier keer er jaar in de brievenbus.
Voedseldagboek? Ook buitenshuis
Weet je nog niet precies van welk voedingsmiddel je kind klachten krijgt? Houd een voedseldagboek bij. Hierin wordt exact vastgelegd wat je kind heeft gegeten, hoeveel en wanneer. En welke klachten optreden op welk moment. Doe dat niet alleen thuis. Ook op school of kinderdagverblijf moet het dagboek worden ingevuld! Overleg met de leidster.
Traktaties
Voor traktaties bij verjaardagen kun je een trommeltje neerzetten waaruit je kind mag kiezen als het niet kan meedoen. Je kunt ook vooraf overleggen met de ouders van de jarige kinderen. Zodat je eventueel een traktatie kunt namaken met geschikte ingrediënten of een alternatief meegeven.
Uit de praktijk:
Wil je dat school, kinderdagverblijf of peuterspeelzaal goed geïnformeerd zijn? Download hier de speciale brochure die je hen kunt geven.
Voedselallergie komt vaak voor in het eerste levensjaar. Het maagdarmkanaal is nog niet helemaal volgroeid. De openingen in de darmwand zijn nog vrij groot, waardoor grotere brokstukken eiwitten makkelijk de darmwand kunnen passeren naar het bloed. Hierdoor kan gemakkelijker voedselallergie ontstaan.
Meer dan 30 procent van de ouders verdenkt hun kleintje van koemelkallergie. Koemelkallergie komt bij ongeveer 2 procent van de kinderen voor. Heeft je baby meerdere, steeds dezelfde klachten? Komt er allergie in de directe familie voor? Dan moet je overwegen of je kindje voedselallergie heeft. Overleg dit met je (consultatiebureau-) arts. Koemelkallergie en kippenei-allergie zijn de meest voorkomende allergieën in het eerste jaar. Ook omdat koemelk in flesvoeding een groot deel van de totale voeding uitmaakt. Meestal overgroeien kleine kinderen deze snel. Zijn er geen antistoffen tegen koemelkeiwit gevonden, dan zijn de problemen meestal na een jaar voorbij. Als er wel antistoffen worden gevonden, kan dit langer duren. Allergie voor pinda, noten en vis zijn in het algemeen blijvend.
Het is soms een hele zoektocht uit te vinden waar je kind allergisch voor is. Dat is een valkuil. Sommige ouders verdenken steeds meer voedingmiddelen en halen die uit de dagelijkse voeding van hun kind; soms zelfs zoveel dat er voedingstekorten ontstaan. Je kindje maakt de eerste jaren van zijn leven veel infecties door. Die kun je verwarren met allergische reacties. Zoek daarom altijd professionele hulp. Je staat er niet alleen voor. Neem contact met ons op als je vragen hebt. We helpen je graag verder.
Je baby huilt steeds, spuugt. Misschien weigert het de borst of fles. Weg roze wolk. Je maakt je misschien zorgen over vlekken of jeuk. Darmkrampen komen bij iedere baby voor, maar waarom is het bij jouw kind zo heftig? Heeft je kind misschien voedselallergie?
Als uw kind anafylaxie heeft, krijgt u hulp en begeleiding van de (kinder-)arts, allergoloog of diëtist. Soms is er meer ondersteuning door een psycholoog nodig. De diagnose anafylaxie roept immers veel emoties op. Ontkenning, ongeloof, boosheid en verdriet spelen een rol. Ook kunt u erg angstig zijn voor een anafylactische reactie. De reacties in uw omgeving zijn niet altijd begripvol. Vaak heeft dit te maken met onbekendheid met anafylaxie.