Een vetmolecuul, geproduceerd door darmbacteriën en in de darmen afgeleverd met een nieuwe methode, lijkt bescherming te bieden tegen allergische reactie op pinda’s.
Mogelijk kan deze aanpak de anafylactische schok bij mensen met voedselallergieën voorkomen, en misschien zelfs überhaupt de allergische reactie.
De laatste tien jaar zijn onderzoekers tot de ontdekking gekomen dat het vetmolecuul butyraat, geproduceerd door darmbacteriën, allergische reacties bij muizen kan verminderen. Mensen met voedselallergieën lijken minder butyraatproducerende bacterieën in hun darmkanaal te hebben dan mensen zonder allergie. Het opvoeren van het niveau van dit molecuul zou kunnen helpen.
Alleen kan butyraat ruiken naar hondenpoep of ranzige boter, waardoor het niet fijn is om door te slikken. En als je het oraal inneemt, breekt het al af voordat het de dikke darm bereikt waar het zijn werk moet doen. Onderzoekers uit de VS hebben daarom een manier ontwikkeld om de vieze geur van butyraat te maskeren en het molecuul naar de dikke darm te brengen.
De onderzoekers dienden bij tachtig muizen een antibioticum toe om het niveau van hun butyraatproducerende darmbacteriën te verminderen. Vervolgens gaven ze de muizen een pinda-allergie door ze een pinda-eiwit te geven, samen met een gifstof die het immuunsysteem vier weken lang stimuleert.
De controlegroep kreeg een anafylactische reactie, wat te zien was aan een daling in lichaamstemperatuur en toegenomen activiteit van het immuunsysteem. De muizen die micellen hadden gekregen, leken nergens last van te hebben. Bij een analyse van de muizenuitwerpselen voor en na de behandeling zagen de onderzoekers dat de butyraatdragende micellen de groei stimuleerden van butyraatproducerende bacteriën. Dit wijst erop dat deze behandeling het microbioom van de darmen kan aanpassen om meer butyraat te produceren.
Het is nog niet bekend of deze behandeling met butyraat ook bij mensen werkt.
Bron van dit artikel: Newscientist.nl, 27 augustus 2022