beans gb4afc930c 640Ten minste tweederde van de kinderen met een pinda-allergie heeft ook antistoffen tegen een andere peulvrucht. Een kwart daarvan werd gediagnosticeerd met een peulvruchtenallergie in een Franse studie gepubliceerd in Pediatric Allergy and Immunology.

De studie betrof 195 kinderen (69,7% jongens) met pinda-allergie die tussen 1 januari 2017 en 29 februari 2020 werden opgenomen op de afdeling kinderallergie van het universitair kinderziekenhuis van Nancy. Deze kinderen hadden bij de diagnose pinda-allergie een leeftijd van 2 tot 6 jaar. Het cohort omvatte 118 kinderen (62,4%) met een andere voedselallergie naast peulvruchten, waaronder ei (57,6%), koemelk (33%), cashewnoot (39%), pistache (23,7%) en hazelnoot (30,5%).

Bij 69,2% van de orale voedselprovocaties werd bij de patiënten anafylaxie vastgesteld. Van de 191 kinderen in het cohort waarvan gegevens beschikbaar waren over sensiblisatie, had 63,9% (n = 122) antistoffen tegen ten minste één peulvrucht, waaronder fenegriek (66,3%), linze (42,2%), soja (39,9%), erwt (38%), lupine (34,2%), kikkererwt (33,3%), tuinboon (30,6%) en boon (21,5%). In totaal waren 34 kinderen (17,4% van de populatie; 27,9% van de gesensibiliseerde kinderen) allergisch voor ten minste één peulvrucht. Zes van de kinderen (3,1%) waren allergisch voor meer dan één peulvrucht.

De anafylactische reacties waren 100% voor soja, 50% voor lupine, 62,5% voor linzen, 50% voor kikkererwten, 50% voor erwten en 33,3% voor fenegriek. De onderzoekers merkten op dat milde geïsoleerde huidreacties zeldzaam waren, en dat 50% van de reacties ernstig waren, vaak met verschijnselen van astma.

Gezien de prevalentie van overgevoeligheid voor peulvruchten en de incidentie van anafylactische reacties bij deze populatie kinderen met pinda-allergie, schreven de onderzoekers, is verder onderzoek naar en uitgebreide rapportage over deze risico's noodzakelijk.

Bron van dit artikel: healio.com, 11 oktober 2022