Na twaalf jaar onderhandelingen is het nieuwe Nederlands allergenenbeleid nu goedgekeurd door de minister! Dit beleid bepaalt vanaf 1 januari 2024 de referentiewaarden voor kruisbesmetting in verpakte voedingsmiddelen en welke tekst er op de verpakking moet staan om te waarschuwen voor risico's.
Allergische consumenten worden vaak gewaarschuwd op verpakkingen met teksten als 'kan sporen bevatten van xxx' of 'gemaakt in een fabriek waar ook xxx wordt verwerkt'. Die teksten zijn nogal onduidelijk, want ze zeggen niets over hoe groot de kans is dat het allergeen ook daadwerkelijk in het product zit, of in welke hoeveelheid. Er waren tot nog toe geen wettelijk vastgelegde richtlijnen voor deze 'Precautionary Allergen Labelling' (PAL)-waarschuwingen. Fabrikanten mochten zelf kiezen wat ze op de verpakking zetten en wanneer.
Daardoor kan een product mét waarschuwing geen allergeen bevatten, en een product zonder waarschuwing wèl. Sterker nog, sommige fabrikanten zetten alle 14 verplichte allergenen op de verpakking om zich in te dekken tegen onbedoelde kruisbesmetting; of voegen zelfs een beetje extra allergeen aan een recept toe, zodat het in de 'gewone' ingrediëntenlijst mag staan.
Nu is daarvoor in Nederland een oplossing bedacht. Vanaf 1 januari 2024, met een overgangstermijn van 2 jaar, mag alleen de tekst "Kan xxx bevatten" of "Niet geschikt voor xxx” gebruikt worden. En die tekst komt alleen op het etiket als de drempelwaarde van het allergeen in een product mogelijk wordt overschreden. Die drempelwaarden zijn in dit beleid afgesproken. Zo wordt voor noten een drempelwaarde van 1mg eiwit per dosering gebruikt en voor melk 2mg.
De drempelwaarden zijn vastgesteld op basis van de FAO-WHO-regel dat maximaal 5% van de voedselallergische consumenten een (milde) reactie mag krijgen bij het eten van een product met eiwitwaarden onder de drempelwaarde. Staat er geen PAL-waarschuwing voor een allergeen op een verpakking, dan kan dus 95% van de personen met een voedselallergie voor dat allergeen het product veilig eten. De Stichting Voedselallergie ondersteunt dit beleid.
Met dit nieuwe beleid loopt Nederland voor op de afspraken die nog moeten worden gemaakt in Europa en de rest van de wereld. De verwachting is dat deze referentiewaarden binnen aanzienbare tijd op internationaal niveau (Codex Alimentarius) zullen worden vastgesteld.