allergiechecker80pxWie online zoekt naar informatie over gezondheid komt al gauw sites tegen die claimen dat je klachten het gevolg zijn van een nog niet ontdekte voedselallergie of -intolerantie. Diezelfde sites verkopen zogenaamde testen om intoleranties op te sporen - maar hiervoor is geen wetenschappelijk bewijs.

Hoofdpijn, een opgeblazen gevoel, puistjes, duizeligheid... Sommige websites beweren dat voeding al deze klachten veroorzaakt. En verkopen dan een test waarmee je in één keer je intolerantie voor honderden voedingsmiddelen kunt testen.

Dat klinkt mooi, maar als je werkelijk allergisch bent voor een bepaald voedingsmiddel, dan krijg je elke keer dat je dit eet of drinkt een allergische reactie zoals uitslag, zwellingen, overgeven of buiten bewustzijn raken (bij anafylaxie). De symptomen zijn meestal duidelijk en daarvoor bestaan bloedtesten, huidpriktesten en dubbelblinde provocatietesten die kunnen aantonen waar je op reageert.

Voedselintoleranties moeilijk te meten

Intoleranties daarentegen zijn niet goed te meten. Bij voedselintolerantie heb je meestal last van maagdarmklachten zoals buikpijn, verstopping of diarree. Bekende voorbeelden zijn glutenintolerantie, lactose-intolerantie en fructose-intolerantie. Om erachter te komen of je een voedselintolerantie hebt, moet je een eliminatiedieet volgen om te zien of je klachten verdwijnen, en of ze weer terugkomen op het moment dat je het voedingsmiddel opnieuw inneemt. Dat kost een paar weken tot een paar maanden.

Onbewezen testen

Jammer genoeg claimen sommige aanbieders dat hun testen wèl werken en direct resultaat leveren, ondanks dat die claims niet zijn gebaseerd op wetenschappelijk bewijs. Enkele voorbeelden van zulke onbewezen testen zijn:

  • Chemische analyse van haar of urine: haaranalyse wordt gebruikt bij het testen op zware metalen. Sommigen claimen dat deze methode ook voor allergieën kan worden gebruikt, maar dit is onzin.
  • Testen op specifieke IgG-antistoffen: een bloedtest kan IgG-antistoffen in het bloed bepalen. Verhoogde waarden zouden mogelijk wijzen op een voedselintolerantie. Het probleem hiermee is dat IgG een 'geheugen-antistof' is die je persoonlijke dieet weerspiegelt. Als je een bepaald voedingsmiddel vaker eet, is je IgG-niveau ook hoger.
  • Cytotoxische testen: deze testen worden uitgevoerd door een druppel bloed op een microscoopglaasje te doen dat is bedekt met een gedroogd voedselextract. Als je cellen van vorm veranderen, wordt dat gezien als een bewijs van voedselintolerantie.
  • Provocatie-neutralisatie. Verschillende concentraties van voedselallergenen worden onder de huid gespoten of onder de tong gelegd. De patiënt moet dan aangeven of hij/ zij iets voelt, wat dan een aanwijzing zou moeten zijn voor voedselallergie. Meerdere doses worden toegediend totdat de patiënt niets meer voelt, en dan zou de allergie zijn 'geneutraliseerd'. Naast dat wat een patiënt voelt of niet voelt natuurlijk subjectief is, kan deze methode ook gevaarlijk zijn voor patiënten met een echte allergie, zoals dit recente geval aantoont.
  • Bioresonantie: hierbij wordt de weerstand van de huid doorgemeten, terwijl een patiënt wordt blootgesteld aan een voedingsmiddel. Een daling in de weerstand zou moeten wijzen op een allergie of intolerantie.
  • Toegepaste kinesiologie: hierbij worden veranderingen in spiersterkte gemeten voor en na blootstelling aan een voedingsmiddel, gewoonlijk via een glazen buisje dat tegen de huid wordt gehouden.

Wat dan wel?

Vermoed je dat je een voedselallergie of -intolerantie hebt, ga dan naar je huisarts en/ of een medisch specialist. Zij kunnen je verder helpen op een manier die je uiteindelijk tijd, geld en een onnodig dieet zal besparen.

Bron van dit artikel: www.bundoo.com