Teddybeer ziekMeer kinderen dan ooit zijn allergisch voor een of meer soorten voedsel. Door de stijging zijn experts meer onderzoek gaan doen, wat ertoe leidt dat dokters tegenwoordig andere adviezen geven dan vroeger. Hier zijn er 7 op een rijtje!

  1. Kinderen met een hoog risico op pinda-allergie moeten juist pinda's eten. Verschillende studies, zoals de bekende LEAP-studie, wijzen erop dat je het risico op pinda-allergie kunt verlagen door kinderen op een leeftijd van 4-11 maanden al pinda te geven.
  2. Broertjes en zusjes van kinderen met een voedselallergie hoeven niet getest te worden. De kans dat broertjes en zusjes van kinderen met een voedselallergie ook allergisch zijn is nauwelijks groter dan in andere gezinnen. Alleen als ze zelf bijvoorbeeld last hebben van eczeem kan testen op allergie nuttig zijn.
  3. Een positieve bloed- of huidpriktest betekent niet altijd dat je voedsel hoeft te mijden. Als kinderen symptomen krijgen zoals eczeem, moet er goed gekeken worden naar de oorzaak. Door middel van een voedselprovocatie kan een dokter uitvinden of het echt aan voeding ligt, en hoeveel een kind aankan zonder ziek te worden. Misschien is zo'n levenslang streng dieet helemaal niet nodig.
  4. Dokters houden rekening met psychologische impact. Aan een pindavrije tafel zitten op school of niet bij andere kinderen mogen spelen is heel vervelend voor kinderen met een voedselallergie en meestal helemaal niet nodig. Dokters moeten ook vragen naar angst, stress en of een kind misschien gepest wordt vanwege zijn/ haar allergie.
  5. Kinderen krijgen minder steroïden zoals prednison voorgeschreven. Nieuwe studies laten zien dat deze medicijnen niet werken, ook niet in levensbedreigende gevallen. Eén dosis werkt misschien wel, maar dokters schrijven ze veel langer voor dan nodig.
  6. Immunotherapie is geen wondermiddel. Soms helpt toediening van kleine beetjes allergeen in een gecontroleerde omgeving om minder allergisch te worden. Maar soms ook gaat het mis en krijgt de patiënt juist een heftige allergische reactie of chronische buikpijn. Ook zijn de risico's op de lange termijn nog niet volledig bekend.
  7. Dokters kunnen je aanraden om psychische hulp te zoeken. Kinderen kunnen bang worden en een laag zelfvertrouwen krijgen omdat ze zich kwetsbaar voelen en iedereen anders met ze omgaat vanwege voedselallergie. Soms kan een kinderarts of orthopedagoog ze helpen om lekkerder in hun vel te zitten.

Heb je een vraag over de voedselallergie van je kind? Neem dan contact op met je huisarts of (kinder)allergoloog. Hun tips zullen je misschien wel verrassen!

Bron van dit artikel: Cleveland Clinic, 9 november 2017