350 gram volkoren tarwemeel
175 gram roggemeel
1 zakje gist (7 gram)
2 theelepel zout (10 gram)
15 gram bruine suiker
350 ml lauwwarm water
extra roggemeel om te bestuiven
Het is fantastisch en een grote bevrijding dat er tegenwoordig vrij gemakkelijk brood in de supermarkt te verkrijgen is zonder melk en andere allergenen. Wat baalde ik 18 jaar geleden soms van het vele zelf bakken - al dan niet met de machine, die zelfs mee op vakantie ging, maar die ik nooit echt heb leren waarderen - en van het verre omrijden naar de toen nog niet ingeburgerde natuurvoedingswinkels, waar het brood wel te koop was. Toch word ik nu bij vlagen ineens weer gegrepen door het broodbakvirus.
Omdat het niet meer moet. Omdat het een zen werkje is. En omdat het echt wat lekkers oplevert. Het kneden, de geur wanneer het in de oven staat, en natuurlijk het opeten, het is een fijn proces. Meestal houdt deze vlaag van baknijverheid slechts enkele weken aan, dus meteen maar hup, vooruit met de geit: ik deel weer eens een broodrecept!
Doe alle droge ingredienten (t/m suiker) in een kom en giet er in delen het water bij. Roer door elkaar tot een ietwat kleverig deeg. Kneed dit met de hand 10 minuten op een met bloem bestoven werkblad, of in de keukenmachine een minuut of twee. Het deeg mag iets plakkerig voelen, maar niet aan de handen blijven zitten. Doe er in dat geval wat extra tarwemeel bij. Vet een kom in met olie, leg de deegbal erin en dek af met folie. Laat zo'n twee uur op kamertemperatuur rijzen.
Is het volume in omvang verdubbeld, sla dan met een vuist de lucht eruit en kneed even door. Beleg een bakplaat met bakpapier. Vorm een platte bol, leg op de bakplaat, dek af met een vochtige theedoek en laat nog zo'n 1,5 uur rusten.
Verwarm de oven voor op 200 graden. Verwijder de theedoek, bestrijk met wat water en bestrooi lichtjes met roggemeel. Bak het brood in het midden van de oven in zo'n 35 minuten gaar en bruin. Het moet hol klinken als je het beklopt. Laat afkoelen op een rooster alvorens het aan te snijden.