40 gram quinoa (4 eetlepels)
120 ml water
200 gram havermout
(gewoon de snelklaar variant)
1,5 afgestreken theelepel zout
3 eetlepels zonnebloemolie
Ik ben dol op pitten en zaden. Soms in de yoghurt of over een salade, maar vooral aan brood geven ze extra beet en smaak. Helaas is Evert allergisch voor zo'n beetje alle soorten. Voor hem geen zonnebloempitten, sesamzaadjes, lijnzaad, pompoenzaad of pijnboompitjes. Gelukkig heb Ik ontdekt dat ook quinoa net dat beetje extra 'crunch' kan geven aan brood. Quinoa is in feite óók een zaadje, maar tot nu toe heeft Evert er nog geen enkele reactie op laten zien, evenmin als op mosterdzaadjes overigens. Het is dus een kwestie van voorzichtig uitproberen, of navragen bij de arts. Al eeuwen wordt het gewas in Zuid-Amerika verbouwd - de Inca's deden zich er reeds tegoed aan - en omdat het zo op graan lijkt wordt het ook in de maaltijd verwerkt als rijst of couscous.
Quinoa is te koop in de natuurvoedingswinkel, maar bijvoorbeeld Lassie heeft het inmiddels ook in de supermarkt gebracht. Leuk detail is dat de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN dit jaar heeft uitgeroepen tot het Jaar van Quinoa, vanwege de hoge voedingswaarde en omdat de plant in zeer moeilijke omstandigheden nog goed gedijt. Hoog tijd om hier eens aandacht aan te besteden dus! Zoals met deze lekkere (hartige) havermoutcrackertjes. Ze zijn bros en knapperig met een licht nootachtige smaak van de quinoa en ze zijn in een afsluitbare doos een paar dagen te bewaren. Je kunt ze natuurlijk besmeren en beleggen, maar ik vind ze zo al lekker om op te knabbelen. De doos stond hier na het uitproberen van mijn bedenksel op het aanrecht en op mysterieuze wijze was het aantal crackertjes telkens wanneer ik keek weer wat kleiner. 'Kun je nieuwe maken?' was de dringende vraag van man en zoon nog geen 24 uur later. En dat ben ik op dit moment dus maar aan het doen!
Verwarm de oven voor op 170 graden. Was de quinoa goed onder stromend water in een fijne zeef - er zit namelijk van nature een bitter (licht toxisch) laagje omheen, maar dat laat zich goed wegspoelen - en laat uitlekken. Breng de 120 ml water kort aan de kook. Doe de havermout met zout en olie in een kom en roer er het hete water doorheen. Schep er de uitgelekte quinoa door en kneed nog even met de hand na tot een samenhangende deegbal ontstaat, die een beetje plakt, maar dat komt met het afkoelen van het water helemaal goed.
Leg een stuk bakpapier ter grootte van een bakblik op het aanrecht. Duw de deegbal hierop plat en rol hem daarna met een deegroller of fles uit tot een rechthoekige lap van zo'n halve cm dik. Met wat wegsnijden en weer aanplakken zijn mooie rechte randen te vormen. Snijd met een scherp mes vierkantjes (hoeft niet helemaal door) of driehoekjes en bak de crackertjes in 25-27 minuten gaar. Ze moeten droog en hard zijn, maar zeker niet (!) bruin.
Haal meteen van de bakplaat om op een rooster af te laten koelen. De crackertjes laten zich nu heel gemakkelijk losbreken.