Flensjes:
165 ml soja-, haver- of rijstmelk
110 ml water
kwart theelepel bakpoeder
snufje zout
130 gram bloem
rasp van 1 sinaasappel
vloeibare margarine om in te bakken
Saus:
Zie onder
Toen we in een ver verleden nog wel eens gourmetten, maakte ik altijd graag aan tafel een pannenkoekje dat ik flambeerde met Grand Marnier. In feite een soort van Crêpe Suzette, een heerlijk nagerecht uit Frankrijk: geflambeerde flensjes in karamelsaus met sinaasappel. Gelukkig is deze klassieker met wat aanpassing ook prima te bereiden bij een koemelk-, ei- en soja-allergie. Natuurlijk horen de flensjes geflambeerd te worden, wat ze nog aparter maakt. Het klinkt wellicht wat ingewikkelder dan het is. De flensjes en de basis van de saus kun je eventueel tot een dag van tevoren bereiden, dan is het afwerken zo gepiept.
Ingrediënten saus:
geraspte schil van 1 sinaasappel
300 ml vers sinaasappelsap (3-5 sinaasappels)
geraspte schil en sap van 1 citroen (50 ml)
4 eetlepels (bruine) suiker
3 eetlepels margarine
eventueel: 4 eetlepels sinaasappellikeur
Meng melk met water, bakpoeder en zout in een kom. Zeef beetje bij beetje de bloem erbij en roer goed met een garde. Voeg tot slot sinaasappelrasp toe, meng nog een keer goed door en laat het beslag zeker een kwartier rustig staan.
Verhit een koekenpan. Kwast wat margarine op de bodem en bak het eerste flensje. Schep daarvoor 1 juslepel (daarmee kom je op de benodigde 8 stuks uit) beslag in de pan. Draai de pan rond om het beslag gelijkmatig uit te laten lopen tot een kleine, dunne pannenkoek. Wanneer de randen goudbruin beginnen te worden, draai je het pannenkoekje om.
Laat op een bord glijden (dep eventueel met keukenpapier overtollig vet eraf) en bak de rest van de flensjes. Laat afkoelen en bewaar tot gebruik.
Doe rasp en sap van sinaasappel en citroen in een pannetje, met suiker en margarine. Breng langzaam aan de kook en laat als alle suiker is opgelost een minuut of 10 onafgedekt zachtjes pruttelen.
Voor het serveren: verwarm de saus in een koekenpan en leg er een flensje in. Wentel even om, zodat de saus overal zit, en vouw dan twee keer op, tot een driehoek. Duw naar de zijkant van de pan en neem het volgende flensje. Wanneer alle flensjes warm en opgevouwen zijn, kun je gaan flamberen (optioneel).
Doe daarvoor de likeur in een soeplepel en verwarm boven een gas- of kaarsvlam. Steek de vloeistof aan (nooit onder een werkende afzuigkap! En houd een grote deksel bij de hand om eventuele vlammen te doven mocht er iets misgaan) en verdeel de brandende likeur voorzichtig over de pan met flensjes. Omdat het vuur blauw is, is het wat moeilijk te zien. Maar het doet wel wat voor de smaak. Verdeel over vier bordjes wanneer de vlammen gedoofd zijn.
Foto: Petra Schuster