500 gram kipfilet
1,5 eetlepel honing
3 eetlepels zonnebloemolie
2 knoflookteentjes
0,5 dl citroensap
0,5 - 1 eetlepel verse rozemarijnnaaldjes
1 theelepel zout
Er zijn mensen die bij elke zonnige dag boven de 20 graden met blij gemoed de barbecue aansteken. Ikzelf vind dat teveel gedoe. Het opwarmen - de temperatuur is immers pas goed als de kooltjes wit liggen te verassen - duurt langer dan het garen van dat stukje vlees zelf. Of zouden zij telkens een heuse schranspartij houden, met vier of vijf stukken elk? Wat me doet denken aan een sketch van Brigitte Kaandorp van lang geleden, over een Vleesfeest, maar dit terzijde. Zo'n vleesfeest vind ik eens per jaar misschien leuk, maar ik hou het normaal gesproken liever bij een wat meer bescheiden hoeveelheid. De hier behandelde kipspiesjes kun je dan ook zowel op de barbecue, als in de grill- of koekenpan, of onder de grill van de oven garen.
De marinade is ketjapvrij en dus ook geschikt voor wie geen soja verdraagt. De spiesjes zijn hier favoriet met aardappel- en broccolisalade (vervang in het recept snijbonen door broccoli).
Snijd de kipfilet in hapklare dobbelstenen. Meng alle overige ingrediënten in een afluitbare bak of diepvrieszak tot een marinade en schep het vlees erdoor. Laat zeker een uur of drie in de koelkast doortrekken. Rijg het vlees aan houten of metalen spiesjes en rooster ze op de barbecue, onder de grill of in een grillpan gaar en bruin.