500 gram hamlappen
2 uien
2 teentjes knoflook
1 theelepel gemberpoeder
1 rode peper
3 eetlepels olie
1 eetlepel umeboshi- of umepasta
1 eetlepel bruine suiker
halve eetlepel rijstazijn
1 laurierblaadje
halve liter bouillon
100 gram taugé
Dit gerecht trof ik ooit in een blad van een supermarkt, in de tijd lang geleden dat Evert geen soja verdroeg. Omdat het bereid werd met 6 eetlepels ketjap, die een belangrijk deel van de smaak bepaalde, kon ik het destijds dus niet maken. Nu hij al lang en breed wel weer soja kan eten, weet ik inmiddels hoe je de ketjap heel prima kunt vervangen. Met het zuurtje van de rijstazijn, het zoute van de Japanse umeboshipruim (of liever: -abrikoos) en het zoete van de bruine suiker, worden vlees en saus minstens net zo lekker! Umeboshipasta koop je in de natuurvoedings(web)winkel en geeft je gerechten de 5e smaakdimensie (die wordt onderscheiden naast zoet, zout, zuur en bitter), umami: het werkt smaakversterkend en geeft spijzen een kick.
Snijd het vlees in dobbelstenen. Snipper ui, knoflook en rode peper fijn. Verhit de olie in een wok en bak het vlees hier al roerend in aan. Wanneer het gebruind is, voeg dan ui, knoflook, peper en gemberpoeder toe en roer om. Doe bouillon erbij, samen met laurierblad, azijn, suiker en umeboshipasta en breng aan de kook. Leg een deksel op de pan en draai het vuur laag. Laat het vlees nu in ongeveer 15 minuten goed gaar worden. Schep de laatste minuut de taugé erdoor zodat die mee kan warmen maar nog welknapperig blijft. Lekker met rijst en gekookte sperziebonen!