Voor 1,5 - 2 bakplaten:
300 gram tarwebloem
200 gram koude geharde margarine
100 gram suiker
1 zakje vanillesuiker
2 afgestreken eetlepels cacaopoeder
óf: 2 flinke theelepels matcha
klein scheutje plantaardige melk
Wie kent deze schattige klaverkoekjes niet, al is het maar uit een ver verleden? Bijna iedereen die ik het vraag antwoordt meteen: 'Jaaa! Ik at ze altijd om en om: een brokje chocola en een brokje vanille'. Ik vermoed dat ze nog steeds in de winkel te koop zijn, maar helaas met melk en ei in de receptuur. Gelukkig zijn ze niet moeilijk zelf te bakken. En verdraag je geen cacao, dan zijn ze ook mooi en lekker wanneer je die vervangt door (een betere kwaliteit) matchatheepoeder voor een groen-wit resultaat!
Zeef de bloem in een kom. Snijd de margarine in blokjes en doe samen met gewone suiker bij de bloem. Wrijf/knijp nu net zo lang met de vingertoppen tot er een kruimelige massa ontstaat waarin geen bloem of margarine meer te onderscheiden valt. Hevel de helft over naar een ander kom.
Voeg aan de eerste helft het vanillesuiker toe en kneed de kruimels snel tot een samenhangend deeg. Rol hiervan twee 'slangen' van zo'n 40 centimeter lang.
Voeg aan de andere helft de cacao (of het matchapoeder) toe en roer goed door. Kneed dan tot een deegbol en rol ook hiervan twee slangen.
Het handigst is nu om alle deegslangen te halveren: 20 cm werkt gemakkelijker dan 40.
Neem een stuk vershoudfolie, leg er een witte deegrol op, met een bruine ernaast. Zorg dat je overal waar het deeg elkaar gaat raken even wat 'melk' kwast, voor een betere hechting (dus tussen de rollen en bovenop de onderste twee). Leg nu een witte deegrol op de bruine en een bruine rol op de witte. Druk voorzichtig een klein beetje aan en vouw de folie er strak omheen.
Doe hetzelfde met het overgebleven deeg en leg beide pakketjes een half uur in de vriezer.
Verwarm de oven voor op 180 graden en beleg een bakplaat met bakpapier. Neem het deeg uit de folie en snijd plakjes van hooguit driekwart cm. Leg de koekjes op de bakplaat. Bak in ca. 15 minuten gaar (maar niet bruin) in het midden van de oven. Snijd ondertussen de rest van het deeg en leg alvast klaar op nieuw bakpapier. De koekjes kunnen nog wat zacht aanvoelen als ze uit de oven komen, maar bij het afkoelen komt dat helemaal goed en worden ze bros/knapperig. Hevel de koekjes over op een rooster en bak de tweede bulk.
Laat helemaal afkoelen en bewaar in een goed afsluitbare trommel.